Nieuwsbrief 1
Hoe ontstaan beperkende overtuigingen?
Wil je groeien van een goede ouder naar een extreem goede ouder? Lees mijn nieuwsbrieven, meld je aan voor mijn coaching of voor mijn BuildGreatMinds-programma voor bewuste ouders.
Hoe kunnen we kinderen opvoeden zonder negatieve overtuigingen en beperkende gedachten? Wat kun je doen om een kind de groeimogelijkheden te laten ervaren, in elke dag situaties?…
Stel je hoort als kind vaak genoeg: ‘Wat doe je nu?’ ‘Nee, dat is niet goed.’ ‘Moeilijk he, kom maar ik doe het wel.’ ‘Waarom gooi je de beker om, hèhè, nu moet ik het opruimen’ ‘Dat was dom zeg.’ Enz.… Dan ontstaat de overtuiging dat fouten en vergissingen maken slecht zijn en waarschijnlijk ontstaat een gevoel ‘Ik ben niet goed genoeg’. Ook al bedoelen we het niet zo, kinderen ervaren het wel zo, omdat ze alles op zichzelf betrekken. Ze zijn nu eenmaal egocentrisch! Bedenk eens hoe deze overtuiging zorgt voor terughoudendheid in het leven en een minder gevoel van eigenwaarde.
Leer kinderen dat fouten maken bij het leven hoort! Iedereen maakt fouten en van elke fout kunnen we iets leren. Het is dus niks slechts maar het is een groei mogelijkheid, hoe klein ‘de fout’ ook!
Als Mara of Rens bijvoorbeeld een glas laten vallen, dan kijk ik eerst naar hun gezicht. Zijn ze geschrokken? Ik benoem eerst de emotie die ik zie ‘bang/schrik’: ‘Daar schrok je van he?’ of ‘Ben je bang dat ik boos word?’ Als ze knikken, dan kun je zeggen: ‘Ik houd van je, dat glas glipte uit je hand en dat kan mij ook gebeuren.’ ‘Is niet erg, het ging per ongeluk.’ Daarna omschrijf ik wat ik zag: ‘Het glas gleed uit je handen en het viel kapot op de grond.’ Wat kunnen we doen… ‘Kom, we ruimen het op. Pak maar handveger en blik.’ Met deze actie leer ik ze verantwoordelijkheid te nemen voor wat er gebeurt. Ik vraag nog na het opruimen; Zou je het de volgende keer anders doen? Of ‘Wat zou je de volgende keer anders kunnen doen?’ Mara/Rens: ‘Ja, ik zou toch wat voorzichtiger kunnen zijn en met 2 handen het glas vastpakken’ of ‘Ik speelde met het kopje, dus dat was niet zo handig.’ of je vraagt: ‘Was je aan het spelen met het kopje?’ Komen ze met andere ideeën is dat ook goed. Ik sluit het af met een knipoog. Een volgende keer kun je deze ervaring gebruiken; weet je nog wat er gebeurde? Houdt het kopje nu maar stevig vast.
Zo leren ze wat de volgende keer anders kan en verantwoording te nemen voor wat er gebeurt.
Ze lopen weg als winnaar, dus in elke situatie kijken naar wat we kinderen kunnen leren i.p.v. ze bekritiseren, omdat ze daar NIKS van leren. Als we daar bewust mee omgaan, dan maken we een groot verschil voor hun toekomst!
Let eens op hoe vaak je de woorden goed/slecht/lief/stout gebruikt naar je kinderen.
De volgende keer zal ik daar verder op ingaan en jullie uitleggen waarom je deze woorden niet meer wilt gebruiken in de opvoeding. Een hele uitdaging maar wel de moeite waard.
Tot de volgende uitdaging 😉
Groetjes Bianca
